FOTO: ANP/KEES VAN DE VEEN

Alumnus Johan Remkes en minister-president Mark Rutte voor het Groningse Provinciehuis, 18 april 2023

‘Je kunt de burger niet
de schuld geven’

ONDERZOEK

O

Denise Madeleine Blom – Faculteit Medische Wetenschappen
Promoveren vereist hetzelfde als motorrijden: balans, doorzettingsvermogen en een helm tegen de hoofdpijn.

STELLING

Harry Garretsen en Janka Stoker maken de podcastserie Leiderschap in onzekere tijden




provinciehuis. Net vóór corona.
‘We slagen er al zes jaar niet in op de grote dossiers van deze tijd – verduurzaming, de stikstofcrisis, de problemen op de woningmarkt – serieuze vooruitgang te boeken. Of je nou links of rechts bent, iedereen ziet dat die vraagstukken om een oplossing vragen. En er komen geen oplossingen.’

p de vraag hoe we ervoor staan als land, aan de vooravond van, alweer, nieuwe Tweede Kamerverkiezingen, gaat Harry Garretsen terug naar 2019, kabinet-Rutte III. De tijd van felle boerenprotesten, omgekeerde vlaggen en de met een tractor vernielde deur van het Groningse

TEKST: BERT NIJMEIJER

Bekend RUG-econoom en leiderschapsexpert Harry Garretsen (1962) mist politici die
duidelijke keuzes durven te maken én die durven te verkopen. ‘We blijven hangen
in schijnoplossingen.’

Samen met collegahoogleraar Janka Stoker geeft Garretsen leiding aan In the LEAD, het leiderschapsexpertisecentrum van de RUG. Politici die knopen durven doorhakken én die keuzes durven te verkopen, zijn buitengewoon schaars, constateert hij. Dat is overigens geen exclusieve Nederlandse makke: in de ons omringende landen zie je het ook. Overal schuiven politici lastige keuzes voor zich uit, uit angst uit de gratie te raken van een wispelturig electoraat.

‘Het geloof in de klassieke middenpartijen is afgekalfd,’ vervolgt Garretsen. ‘Veertig jaar geleden hadden CDA en PvdA samen nog meer dan honderd Kamerzetels. De wispelturigheid van de kiezer begint eigenlijk bij Fortuyn. Je kunt een lijst maken van leiders die snel opkwamen en een korte doorlooptijd bleken te hebben, Verdonk, Baudet, Omtzigt, nu misschien Ingrid Coenradie, of Henri Bontenbal, die deels nog een onbeschreven blad is. De kiezer zoekt zijn toevlucht steeds in iets nieuws, wat dan kortstondig enorm opkomt en vervolgens inzakt omdat de beloftes niet worden waargemaakt.’

Het is bijna een keuze voor toekomstige teleurstellingen.
‘Ja. Dat doen we met z’n allen. Veel kiezers doen daaraan mee. Maar je kunt de burger daar niet de schuld van geven. Het heeft ermee te maken dat zittende politici of zittende partijen het blijkbaar heel moeilijk vinden om een wenkend perspectief te bieden, waarin mensen ook wel snappen dat het opofferingen vraagt waarmee we als samenleving uiteindelijk toch beter af zijn. Terwijl dat hun vak is.
Een goed voorbeeld is het stikstofvraagstuk. Johan Remkes heeft tot twee keer toe behoorlijk stevige rapporten geschreven waarin hij pleit voor vermindering van de veestapel én een perspectief biedt, doordat hij het probleem presenteert als een probleem van de hele samenleving, niet alleen van de boeren.’

Maar Remkes hoeft zich niet te bekommeren om de kiezer.
‘Dat klopt, maar het opvallende was dat burgers van links tot rechts die de zittende partijen niet of nauwelijks vertrouwden op dit dossier, dat bij hem wel deden en zijn leiderschapsstijl alom als verbindend en authentiek werd gezien. De laatste drie kabinetten bleven heel erg hangen in schijnoplossingen, op dít onderwerp of überhaupt de laatste anderhalf jaar, totaal geen vooruitgang.’

Laten politici zich gijzelen door het naar populisme neigende deel van de kiezers?
‘De opkomst van het populisme komt voort uit onvrede. Even los van de vraag of die terecht is of niet: daar moet je als politicus iets mee. Ondertussen komen er partijen op die het populisme nog verder aanblazen, wat ook niet bijdraagt aan oplossingen. Het gaat erom het smalle pad te vinden waarop je oplossingen biedt en tegelijk begrip toont, waarbij je wij-zij-tegenstellingen van “jammer dat jullie zijn achtergebleven, jammer dat jullie boer zijn” probeert te omzeilen.
We hebben in Nederland, en meer algemeen in het Westen, wel eerder voor grote veranderingen gestaan. Het is niet zo dat we grote aanpassingen van de economische structuur of veranderingen op de woningmarkt nog nooit eerder hebben meegemaakt.’

En in het verleden konden politici die wél in goede banen leiden?
‘Het is een beetje kip-ei. Ik denk dat de burgers toen leiders zagen die ze meer vertrouwden, die minder van de vorm en meer van de inhoud waren, en daardoor accepteerden dat ze ook maatregelen namen die niet per se voor jou het beste waren, maar je per saldo toch het gevoel gaven dat je beter af was mét die mensen dan zonder.’

In hoeverre is het werk van politici nu anders dan, zeg, veertig jaar geleden?
‘Het is moeilijker geworden. De historische loyaliteit van de kiezer is weg. In het verleden stemde je CDA of PvdA omdat je dat nou eenmaal altijd deed. Voor de politieke leiders van nu is die zekerheid weg. Hun doelgroep vindt hun gezag niet vanzelfsprekend. Vooral door social media is hun verhouding met de kiezer totaal veranderd. Je kunt je afvragen of als iconische beschouwde politiek leiders uit de jaren zeventig en tachtig zoals Lubbers of Den Uyl nog in deze tijd gepast zouden hebben.’

Hebben die ontwikkelingen volgens jou een bepaalde richting of bestemming?
‘De wal kan het schip keren. Politici leggen al dan niet gedwongen de nadruk op vorm, beeldvorming en politiek gewin op korte termijn, maar daarmee gaan de inhoudelijke problemen niet weg. De kiezer merkt ook dat we er niets mee opschieten.’

De voorkeur van de kiezer schuift al jaren op naar rechts, autonoom van wat politici zeggen of doen, lijkt het. Wat zou links daaraan kunnen doen?
‘Je kunt zeggen: “dit is nou eenmaal wat ik vind, en als je niet op mij wilt stemmen, dan maar niet”. Maar als je invloed wilt hebben is dat misschien niet de beste strategie. Je moet toch iets met die zorgen van de kiezers.’

Dus: je boodschap is aanpassen aan wat die willen horen? Dat is toch populisme?
‘Serieus naar burgers luisteren en hun opvattingen meenemen in je politieke afwegingen is iets anders dan, zoals populistische leiders plegen te doen, de “wil van het volk” centraal stellen. 
In veel landen is er een verschuiving naar rechts, vooral door het migratievraagstuk. De tactiek om dat vraagstuk zo klein mogelijk te maken, werkt niet. In Denemarken heeft het klassieke midden het migratievraagstuk van rechts gekaapt, door zelf vrij drastische maatregelen te nemen om migratie in te perken en harde voorwaarden te stellen op het gebied van integratie. De partijen die wij uiterst rechts noemen, hebben in Denemarken minder aanhang, omdat het migratievraagstuk terug is in het politieke midden.’

Is dat midden daarmee niet zelf naar rechts opgeschoven?
‘Dat klopt. Het gaat mij er niet om of dit Deense beleid wel of niet goed zou zijn, maar het geeft een mogelijke strategie voor middenpartijen aan hoe die met dit soort vraagstukken om zouden kunnen gaan.
Je moet geen dingen doen alleen om de kiezers te behagen, maar je kunt hun zorgen niet negeren. Je moet de verbinding zoeken, niet alleen met de achterban die toch al op jou stemt. Proberen om de kiezers met wie je op andere punten wél raakvlakken hebt, toch weer in jouw eigen tent te krijgen. Minstens zo belangrijk als de feitelijke dossiers is dat ze het gevoel hebben dat hun zorgen serieus genomen worden.’

Minister-president Mark Rutte voor het Groningse Provinciehuis, 18-4-2023

FOTO: ANP/KEES VAN DE VEEN

‘Je kunt de burger niet
de schuld geven’

ONDERZOEK

Denise Madeleine Blom – Faculteit Medische Wetenschappen
Promoveren vereist hetzelfde als motorrijden: balans, doorzettingsvermogen en een helm tegen de hoofdpijn.

STELLING

Samen met collegahoogleraar Janka Stoker geeft Garretsen leiding aan In the LEAD, het leiderschapsexpertisecentrum van de RUG. Politici die knopen durven doorhakken én die keuzes durven te verkopen, zijn buitengewoon schaars, constateert hij. Dat is overigens geen exclusieve Nederlandse makke: in de ons omringende landen zie je het ook. Overal schuiven politici lastige keuzes voor zich uit, uit angst uit de gratie te raken van een wispelturig electoraat.

‘Het geloof in de klassieke middenpartijen is afgekalfd,’ vervolgt Garretsen. ‘Veertig jaar geleden hadden CDA en PvdA samen nog meer dan honderd Kamerzetels. De wispelturigheid van de kiezer begint eigenlijk bij Fortuyn. Je kunt een lijst maken van leiders die snel opkwamen en een korte doorlooptijd bleken te hebben, Verdonk, Baudet, Omtzigt, nu misschien Ingrid Coenradie, of Henri Bontenbal, die deels nog een onbeschreven blad is. De kiezer zoekt zijn toevlucht steeds in iets nieuws, wat dan kortstondig enorm opkomt en vervolgens inzakt omdat de beloftes niet worden waargemaakt.’

Het is bijna een keuze voor toekomstige teleurstellingen.
‘Ja. Dat doen we met z’n allen. Veel kiezers doen daaraan mee. Maar je kunt de burger daar niet de schuld van geven. Het heeft ermee te maken dat zittende politici of zittende partijen het blijkbaar heel moeilijk vinden om een wenkend perspectief te bieden, waarin mensen ook wel snappen dat het opofferingen vraagt waarmee we als samenleving uiteindelijk toch beter af zijn. Terwijl dat hun vak is.
Een goed voorbeeld is het stikstof-vraagstuk. Johan Remkes heeft tot twee keer toe behoorlijk stevige rapporten geschreven waarin hij pleit voor vermindering van de veestapel én een perspectief biedt, doordat hij het probleem presenteert als een probleem van de hele samenleving, niet alleen van de boeren.’

Maar Remkes hoeft zich niet te bekommeren om de kiezer.
‘Dat klopt, maar het opvallende was dat burgers van links tot rechts die de zittende partijen niet of nauwelijks vertrouwden op dit dossier, dat bij hem wel deden en zijn leiderschapsstijl alom als verbindend en authentiek werd gezien. De laatste drie kabinetten bleven heel erg hangen in schijnoplossingen, op dít onderwerp of überhaupt de laatste anderhalf jaar, totaal geen vooruitgang.’

Laten politici zich gijzelen door het naar populisme neigende deel van de kiezers?
‘De opkomst van het populisme komt voort uit onvrede. Even los van de vraag of die terecht is of niet: daar moet je als politicus iets mee. Ondertussen komen er partijen op die het populisme nog verder aanblazen, wat ook niet bijdraagt aan oplossingen. Het gaat erom het smalle pad te vinden waarop je oplossingen biedt en tegelijk begrip toont, waarbij je wij-zij-tegenstellingen van “jammer dat jullie zijn achtergebleven, jammer dat jullie boer zijn” probeert te omzeilen.
We hebben in Nederland, en meer algemeen in het Westen, wel eerder voor grote veranderingen gestaan. Het is niet zo dat we grote aanpassingen van de economische structuur of veranderingen op de woningmarkt nog nooit eerder hebben meegemaakt.’

En in het verleden konden politici die wél in goede banen leiden?
‘Het is een beetje kip-ei. Ik denk dat de burgers toen leiders zagen die ze meer vertrouwden, die minder van de vorm en meer van de inhoud waren, en daardoor accepteerden dat ze ook maatregelen namen die niet per se voor jou het beste waren, maar je per saldo toch het gevoel gaven dat je beter af was mét die mensen dan zonder.’

In hoeverre is het werk van politici nu anders dan, zeg, veertig jaar geleden?
‘Het is moeilijker geworden. De historische loyaliteit van de kiezer is weg. In het verleden stemde je CDA of PvdA omdat je dat nou eenmaal altijd deed. Voor de politieke leiders van nu is die zekerheid weg. Hun doelgroep vindt hun gezag niet vanzelfsprekend. Vooral door social media is hun verhouding met de kiezer totaal veranderd. Je kunt je afvragen of als iconische beschouwde politiek leiders uit de jaren zeventig en tachtig zoals Lubbers of Den Uyl nog in deze tijd gepast zouden hebben.’

Hebben die ontwikkelingen volgens jou een bepaalde richting of bestemming?
‘De wal kan het schip keren. Politici leggen al dan niet gedwongen de nadruk op vorm, beeldvorming en politiek gewin op korte termijn, maar daarmee gaan de inhoudelijke problemen niet weg. De kiezer merkt ook dat we er niets mee opschieten.’

De voorkeur van de kiezer schuift al jaren op naar rechts, autonoom van wat politici zeggen of doen, lijkt het. Wat zou links daaraan kunnen doen?
‘Je kunt zeggen: “dit is nou eenmaal wat ik vind, en als je niet op mij wilt stemmen, dan maar niet”. Maar als je invloed wilt hebben is dat misschien niet de beste strategie. Je moet toch iets met die zorgen van de kiezers.’

Dus: je boodschap is aanpassen aan wat die willen horen? Dat is toch populisme?
‘Serieus naar burgers luisteren en hun opvattingen meenemen in je politieke afwegingen is iets anders dan, zoals populistische leiders plegen te doen, de “wil van het volk” centraal stellen. 
In veel landen is er een verschuiving naar rechts, vooral door het migratievraagstuk. De tactiek om dat vraagstuk zo klein mogelijk te maken, werkt niet. In Denemarken heeft het klassieke midden het migratievraagstuk van rechts gekaapt, door zelf vrij drastische maatregelen te nemen om migratie in te perken en harde voorwaarden te stellen op het gebied van integratie. De partijen die wij uiterst rechts noemen, hebben in Denemarken minder aanhang, omdat het migratievraagstuk terug is in het politieke midden.’

Is dat midden daarmee niet zelf naar rechts opgeschoven?
‘Dat klopt. Het gaat mij er niet om of dit Deense beleid wel of niet goed zou zijn, maar het geeft een mogelijke strategie voor middenpartijen aan hoe die met dit soort vraagstukken om zouden kunnen gaan.
Je moet geen dingen doen alleen om de kiezers te behagen, maar je kunt hun zorgen niet negeren. Je moet de verbinding zoeken, niet alleen met de achterban die toch al op jou stemt. Proberen om de kiezers met wie je op andere punten wél raakvlakken hebt, toch weer in jouw eigen tent te krijgen. Minstens zo belangrijk als de feitelijke dossiers is dat ze het gevoel hebben dat hun zorgen serieus genomen worden.’

Harry Garretsen en Janka Stoker maken de podcastserie Leiderschap in onzekere tijden


verkiezingen, gaat Harry Garretsen terug naar 2019, kabinet-Rutte III. De tijd van felle boerenprotesten, omgekeerde vlaggen en de met een tractor vernielde deur van het Groningse provinciehuis. Net vóór corona.
‘We slagen er al zes jaar niet in op de grote dossiers van deze tijd – verduurzaming, de stikstofcrisis, de problemen op de woningmarkt – serieuze vooruitgang te boeken. Of je nou links of rechts bent, iedereen ziet dat die vraagstukken om een oplossing vragen. En er komen geen oplossingen.’

p de vraag hoe we ervoor staan als land, aan de vooravond van, alweer, nieuwe Tweede Kamer-

O

Bekend RUG-econoom en leiderschapsexpert Harry Garretsen (1962) mist politici die duidelijke keuzes durven te maken én die durven te verkopen. ‘We blijven hangen in schijnoplossingen.’

TEKST: BERT NIJMEIJER