FOTO: ANP / REMKO DE WAAL

MAIDELINE HOOI-MARTIJN

ALUMNUS OP BONAIRE

FOTO: ANP / SIJMEN HENDRIKS

FOTO: ANP / REMKO DE WAAL


LEESTIJD: 2 MINUTEN

TEKST: SARA PLAT

BONAIRE

KRALENDIJK

‘Asina mes ta bon’

Maideline Hooi-Martijn (Curaçao, 1975) studeerde algemene bedrijfskunde aan de University of the Dutch Antilles in Willemstad, maar moest in 1999 voor haar master bedrijfskunde overzees. Ze koos voor Groningen. ‘Een cultuurshock! Ik was nog nooit in Nederland geweest. Ik kwam in de zomer aan en ging met twee Antilliaanse medestudenten in Beijum wonen. We vielen van de ene verbazing in de andere, zagen dingen die we alleen uit boeken kenden. Echte appel- en pruimenbomen. Wij hebben op de Antillen totaal andere fruitbomen!’

Miscommunicatie
Maar er waren ook minder positieve ervaringen. ‘In Nederland leken woorden en zinnen soms een andere context te hebben, daardoor ontstond soms miscommunicatie. Dan werd er wel eens gefronst, onvriendelijk gedaan en voelde ik me ontheemd en buitengesloten. Ik neem uit deze tijd vooral mee dat het innemen van een andere invalshoek, in de schoenen van de ander gaan staan, het probleem ook kan oplossen. Dat was heel leerzaam. Maar ik moet je eerlijk zeggen: ik heb ook veel feestgevierd. Er was een Antilliaans café, Latin feestjes, De Drie Gezusters.’

Minder gehaast
Een aantal jaar geleden verhuisde Hooi-Martijn van Curaçao naar Bonaire, een van de ‘bijzondere gemeenten’ van Caribisch Nederland. ‘Mijn ouders komen van Bonaire en verhuisden terug, ik reisde ze achterna. Maar ik kwam mezelf in het begin wel tegen. Curaçao is veel sneller, heeft veel meer drive. Mensen zijn hier minder gehaast. Hier hoor je voortdurend: “Asina mes ta bon”, dat betekent ongeveer “Ach, het is goed hoor”. Als je op Bonaire de hoofdstraat inrijdt, dan kan degene voor je rustig uitstappen om een praatje te maken. Toeteren wordt dan niet gewaardeerd. Nu zie ik het voordeel: hier genieten ze veel meer van het leven. Ik ook: van mijn werk, van de mensen, dat alles dichtbij is, dat ik wat kan betekenen voor de community. Je kan hier zwemmen, hiken in de natuur,








































het is veilig. Ik woon met mijn man dichtbij de woonplek van de lora’s, de beschermde papegaaien van Bonaire. Om half zes in de ochtend worden ze wakker en maken ze heel veel lawaai. En in de avond weer! Ik geniet daar zo van, ik ga hier nooit meer weg.’ 

Leidinggevenden overal nodig
Hooi-Martijn is net begonnen aan een nieuwe baan als directeur-bestuurder bij Sentro Akeso Boneiru, een grote organisatie verantwoordelijk voor het sociaal domein, zorg en welzijn. ‘Het mooie van bedrijfskunde is: je kan overal werken. Overal zijn leidinggevenden nodig. In de zorg gaat het niet om de doelen te vertalen naar geld, maar naar benefits voor de mensen. Dat is een andere denkwijze, waarmee je meer kan betekenen voor anderen. Dat vind ik fijn.’ Ook geeft ze training aan ondernemers. ‘Het is leuk om te zien hoe mensen zich ontwikkelen, hoe ze binnenkomen en na afloop met een hoofd vol plannen de deur uitgaan.’

Onze identiteit
Daarnaast doet Hooi-Martijn vrijwilligerswerk voor cultuur-historisch centrum Cultural Park Mangazina di Rei en Fundashon Akademia Papiamentu, een stichting die het Papiaments bevorderd. In het Mangazina di Rei, het ‘magazijn van de koning’, werden tijdens de slavernij de rantsoenen voor de slaven bewaard. Het witte koloniale gebouw staat op een heuvel in een natuurgebied, en is een bijzondere plek voor Hooi-Martijn. ‘Er is hard gevochten voor erkenning van onze cultuur en taal. Die zijn onderdeel van onze identiteit, in het Mangazina di Rei is daar nog veel van te zien. Dat wil ik behouden en overdragen.’


LEESTIJD: 2 MINUTEN

MAIDELINE HOOI-MARTIJN

ALUMNUS OP BONAIRE

FOTO: ANP / REMKO DE WAAL

‘Asina mes ta bon’

FOTO: ANP / REMKO DE WAAL

FOTO: ANP / SIJMEN HENDRIKS

Maideline Hooi-Martijn (Curaçao, 1975) studeerde algemene bedrijfskunde aan de University of the Dutch Antilles in Willemstad, maar moest in 1999 voor haar master bedrijfskunde overzees. Ze koos voor Groningen. ‘Een cultuurshock! Ik was nog nooit in Nederland geweest. Ik kwam in de zomer aan en ging met twee Antilliaanse medestudenten in Beijum wonen. We vielen van de ene verbazing in de andere, zagen dingen die we alleen uit boeken kenden. Echte appel- en pruimenbomen. Wij hebben op de Antillen totaal andere fruitbomen!’

Miscommunicatie
Maar er waren ook minder positieve ervaringen. ‘In Nederland leken woorden en zinnen soms een andere context te hebben, daardoor ontstond soms miscommunicatie. Dan werd er wel eens gefronst, onvriendelijk gedaan en voelde ik me ontheemd en buitengesloten. Ik neem uit deze tijd vooral mee dat het innemen van een andere invalshoek, in de schoenen van de ander gaan staan, het probleem ook kan oplossen. Dat was heel leerzaam. Maar ik moet je eerlijk zeggen: ik heb ook veel feestgevierd. Er was een Antilliaans café, Latin feestjes, De Drie Gezusters.’

Minder gehaast
Een aantal jaar geleden verhuisde Hooi-Martijn van Curaçao naar Bonaire, een van de ‘bijzondere gemeenten’ van Caribisch Nederland. ‘Mijn ouders komen van Bonaire en verhuisden terug, ik reisde ze achterna. Maar ik kwam mezelf in het begin wel tegen. Curaçao is veel sneller, heeft veel meer drive. Mensen zijn hier minder gehaast. Hier hoor je voortdurend: “Asina mes ta bon”, dat betekent ongeveer “Ach, het is goed hoor”. Als je op Bonaire de hoofdstraat inrijdt, dan kan degene voor je rustig uitstappen om een praatje te maken. Toeteren wordt dan niet gewaardeerd. Nu zie ik het voordeel: hier genieten ze veel meer van het leven. Ik ook: van mijn werk, van de mensen, dat alles dichtbij is, dat ik wat kan betekenen voor de community. Je kan hier zwemmen, hiken in de natuur,
het is veilig. Ik woon met mijn man dichtbij de woonplek van de lora’s, de beschermde papegaaien van Bonaire. Om half zes in de ochtend worden ze wakker en maken ze heel veel lawaai. En in de avond weer! Ik geniet daar zo van, ik ga hier nooit meer weg.’ 



Leidinggevenden overal nodig
Hooi-Martijn is net begonnen aan een nieuwe baan als directeur-bestuurder bij Sentro Akeso Boneiru, een grote organisatie verantwoordelijk voor het sociaal domein, zorg en welzijn. ‘Het mooie van bedrijfskunde is: je kan overal werken. Overal zijn leidinggevenden nodig. In de zorg gaat het niet om de doelen te vertalen naar geld, maar naar benefits voor de mensen. Dat is een andere denkwijze, waarmee je meer kan betekenen voor anderen. Dat vind ik fijn.’ Ook geeft ze training aan ondernemers. ‘Het is leuk om te zien hoe mensen zich ontwikkelen, hoe ze binnenkomen en na afloop met een hoofd vol plannen de deur uitgaan.’

Onze identiteit
Daarnaast doet Hooi-Martijn vrijwilligerswerk voor cultuur-historisch centrum Cultural Park Mangazina di Rei en Fundashon Akademia Papiamentu, een stichting die het Papiaments bevorderd. In het Mangazina di Rei, het ‘magazijn van de koning’, werden tijdens de slavernij de rantsoenen voor de slaven bewaard. Het witte koloniale gebouw staat op een heuvel in een natuurgebied, en is een bijzondere plek voor Hooi-Martijn. ‘Er is hard gevochten voor erkenning van onze cultuur en taal. Die zijn onderdeel van onze identiteit, in het Mangazina di Rei is daar nog veel van te zien. Dat wil ik behouden en overdragen.’

TEKST: SARA PLAT

BONAIRE

KRALENDIJK