FOTO: JOHN WESSELS /AFP

TSJEARD HOEKSTRA

ALUMNUS IN HET BUITENLAND


LEESTIJD: 2 MINUTEN

‘In gesprek met vrouwelijke ingenieurs op een aardappelboerderij in de hooglanden
van het zuiden.’

‘Op bezoek in de provincie bij een bedrijf dat maismeel maakt en zich openstelt voor kleine boeren en hun producten meteen afneemt. Bedrijf wordt door ons gesteund.’

TEKST: LIEKE VAN DEN KROMMENACKER

ANGOLA

LUANDA

‘Angola is in potentie
hartstikke rijk

Tsjeard Hoekstra (1976) had als student één grote ambitie: de wereld over reizen, net als Kuifje. Dus verhuisde de Fries, na een vlammend betoog van hoogleraar Marianne Maaskant tijdens een voorlichtingsdag, naar Groningen voor een studie archeologie. ‘Ik had op mijn kamer nog een zwartwit-tv. Daarvan moest je de antenne zo’n beetje vasthouden om bepaalde gedeeltes van een programma niet te missen. ‘Ruim drie decennia later in Angola heeft hij uiteraard een werkende tv, die hij graag afstemt op Netflix.

Export tropisch fruit
Hoekstra verruilde 25 jaar geleden de archeologiewereld voor ‘het diplomatenklasje’ en een baan als diplomaat bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Na omzwervingen door het Midden-Oosten, de Balkan en West-Afrika is zijn huidige standplaats Luanda, Angola. ‘Het belangrijkste doel van mij en mijn team is het Nederlandse bedrijfsleven helpen en kansen te bieden aan Angolese jongeren en vrouwen.’

Op dit moment wordt er hard gewerkt aan de ontwikkeling van een logistiek platform langs een spoorlijn. ‘Dat klinkt saai, maar dit platform gaat de export van tropisch fruit vanuit Angola naar Nederland mogelijk maken.’ Dat is goed voor Nederland, maar ook voor Angola, een land dat een slechte reputatie heeft, maar sinds de beëindiging van de burgeroorlog in 2003 een van de stabielste landen in Afrika is.

Superarm en hyperrijk
‘Angola is in potentie hartstikke rijk’, zegt Hoekstra. ‘Dit land heeft olie, gas en diamanten. Er is veel vruchtbare aarde, maar veel kansen worden niet benut.’ Het land kampt bovendien nog altijd met de gevolgen van zowel een onafhankelijkheids- als een burgeroorlog. De bureaucratie, onduidelijke wetgeving en grote verschillen tussen superarm en hyperrijk maken van Angola een uitdagende woon- en werkplek. Tienerzwangerschappen zijn een hardnekkig probleem, evenals gezinsplanning; vrouwen krijgen gemiddeld 5,1 kinderen.




































































Hoe navigeert Hoeksta, als Nederlander, tussen al deze tegenstrijdigheden? ‘Dat is soms lastig. De armoede is zo in your face. Mensen uit vuilnisbakken zien eten of kinderen op het trottoir zien slapen, dat went nooit. Het kruipt onder je huid. Maar het feit dat we hier goed werk kunnen doen, maakt veel verschil. Zo is een van onze missies dat we lokale organisaties helpen de straat op te gaan om jonge meisjes voor te lichten over seks, voorbehoedsmiddelen en het recht om nee te zeggen.’

Luchtalarm
Dankzij eerdere plaatsingen in landen die te boek staan als gevaarlijk, kreeg Hoekstra de naam van ‘crisisdiplomaat’. Hij zat in Ivoorkust toen de burgeroorlog uitbrak en in Irak na het ineenstorten van het Irakese leger in de strijd tegen IS. Zijn verblijf in Bagdad deed hem op een gekke manier aan zijn studententijd denken. ‘Daar deelde ik weer een woning en een douche, precies zoals toen ik als achttien-jarige introk bij studievrienden aan het Damsterdiep.’ Alleen werd hij nu soms niet wakker van de wekker, maar van het luchtalarm.

Eenmaal in Angola werd hij al na een paar maanden met spoed naar Khartoem in Sudan gevlogen. Op 15 april vorig jaar braken daar namelijk gevechten uit tussen het regeringsleger en milities. Hoekstra hielp met de evacuatie van de Nederlanders. ‘Ik herinner me nog een Nederlandse dame met kinderen die haar moeder mee naar het vliegveld had genomen. Alleen was moeder niet Nederlands, dus mocht ze niet mee. Zulke dingen zijn hartverscheurend. Dan voel je je flink klote, hoor.’

FOTO: JOHN WESSELS /AFP


LEESTIJD: 2 MINUTEN
ALUMNUS IN HET BUITENLAND

‘Op bezoek in de provincie bij een bedrijf dat maismeel maakt en zich openstelt voor kleine boeren en hun producten meteen afneemt. Bedrijf wordt door ons gesteund.’

‘In gesprek met vrouwelijke ingenieurs op een aardappelboerderij in de hooglanden van het zuiden.’

TEKST: LIEKE VAN DEN KROMMENACKER

‘Angola is in potentie
hartstikke rijk

Tsjeard Hoekstra (1976) had als student één grote ambitie: de wereld over reizen, net als Kuifje. Dus verhuisde de Fries, na een vlammend betoog van hoogleraar Marianne Maaskant tijdens een voorlichtingsdag, naar Groningen voor een studie archeologie. ‘Ik had op mijn kamer nog een zwartwit-tv. Daarvan moest je de antenne zo’n beetje vasthouden om bepaalde gedeeltes van een programma niet te missen. ‘Ruim drie decennia later in Angola heeft hij uiteraard een werkende tv, die hij graag afstemt op Netflix.

Export tropisch fruit
Hoekstra verruilde 25 jaar geleden de archeologiewereld voor ‘het diplomatenklasje’ en een baan als diplomaat bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Na omzwervingen door het Midden-Oosten, de Balkan en West-Afrika is zijn huidige standplaats Luanda, Angola. ‘Het belangrijkste doel van mij en mijn team is het Nederlandse bedrijfsleven helpen en kansen te bieden aan Angolese jongeren en vrouwen.’

Op dit moment wordt er hard gewerkt aan de ontwikkeling van een logistiek platform langs een spoorlijn. ‘Dat klinkt saai, maar dit platform gaat de export van tropisch fruit vanuit Angola naar Nederland mogelijk maken.’ Dat is goed voor Nederland, maar ook voor Angola, een land dat een slechte reputatie heeft, maar sinds de beëindiging van de burgeroorlog in 2003 een van de stabielste landen in Afrika is.























Superarm en hyperrijk
‘Angola is in potentie hartstikke rijk’, zegt Hoekstra. ‘Dit land heeft olie, gas en diamanten. Er is veel vruchtbare aarde, maar veel kansen worden niet benut.’ Het land kampt bovendien nog altijd met de gevolgen van zowel een onafhankelijkheids- als een burger-oorlog. De bureaucratie, onduidelijke wetgeving en grote verschillen tussen superarm en hyperrijk maken van Angola een uitdagende woon- en werkplek. Tienerzwangerschappen zijn een hardnekkig probleem, evenals gezinsplanning; vrouwen krijgen gemiddeld 5,1 kinderen.







Hoe navigeert Hoeksta, als Nederlander, tussen al deze tegenstrijdigheden? ‘Dat is soms lastig. De armoede is zo in your face. Mensen uit vuilnisbakken zien eten of kinderen op het trottoir zien slapen, dat went nooit. Het kruipt onder je huid. Maar het feit dat we hier goed werk kunnen doen, maakt veel verschil. Zo is een van onze missies dat we lokale organisaties helpen de straat op te gaan om jonge meisjes voor te lichten over seks, voorbehoedsmiddelen en het recht om nee te zeggen.’

Luchtalarm
Dankzij eerdere plaatsingen in landen die te boek staan als gevaarlijk, kreeg Hoekstra de naam van ‘crisisdiplomaat’. Hij zat in Ivoorkust toen de burgeroorlog uitbrak en in Irak na het ineenstorten van het Irakese leger in de strijd tegen IS. Zijn verblijf in Bagdad deed hem op een gekke manier aan zijn studententijd denken. ‘Daar deelde ik weer een woning en een douche, precies zoals toen ik als achttien-jarige introk bij studievrienden aan het Damsterdiep.’ Alleen werd hij nu soms niet wakker van de wekker, maar van het luchtalarm.























Eenmaal in Angola werd hij al na een paar maanden met spoed naar Khartoem in Sudan gevlogen. Op 15 april vorig jaar braken daar namelijk gevechten uit tussen het regeringsleger en milities. Hoekstra hielp met de evacuatie van de Nederlanders. ‘Ik herinner me nog een Nederlandse dame met kinderen die haar moeder mee naar het vliegveld had genomen. Alleen was moeder niet Nederlands, dus mocht ze niet mee. Zulke dingen zijn hartverscheurend. Dan voel je je flink klote, hoor.’

ANGOLA

LUANDA

TSJEARD HOEKSTRA