LEESTIJD: 5 MINUTEN
ONDERZOEK
Banken gijzelen nog steeds de economie

TEKST JURGEN TIEKSTRA | FOTO’S REIJER BOXEM

Dirk Bezemer (1971) studeerde in Wageningen, promoveerde in Amsterdam, werkte in Londen en is sinds 2016 in Groningen hoogleraar Economie van de Internationale Financiële Ontwikkeling. Drie jaar geleden vatte hij zijn onderzoek en ideeën samen in een publieksboek: Een land van kleine buffers. Hij is lid van het Sustainable Finance Lab, waarin academici debatteren over de financiële sector. Deze denktank zoekt ook het contact met het ministerie van Financiën, De Nederlandsche Bank, banken en pensioenfondsen. In De Groene Amsterdammer heeft hij een driewekelijkse column.

Econoom Dirk Bezemer plaatst al jaren fundamentele kanttekeningen bij de omvang van de financiële sector
en het Nederlands overheidsbeleid. Nu pleit hij ervoor dat ook gewone mensen een bankrekening kunnen openen bij de centrale bank. Dan zijn banken hopelijk niet langer too big to fail.

FOTO: ANP / SEM VAN DER WAL


‘Het is gewoon gezond dat bedrijven failliet gaan die niet efficiënt functioneren of te veel risico genomen hebben’

Op de vijfde verdieping van het Duisenberggebouw bevindt zich de werkkamer van Dirk Bezemer, de hoogleraar Economie van de Internationale Financiële Ontwikkeling die zijn thee niet haalt uit een automaat op de gang, maar altijd schenkt vanuit een mooi theepotje dat hij heeft staan in een boekenkast vol economische werken.

Terwijl hij zijn kopje vol schenkt, valt weer op wat Dirk Bezemer typeert als econoom: hoewel hij altijd vriendelijk blijft, is hij een aanhoudende en fundamentele criticus van de financiële sector, maar ook van het overheidsbeleid. De net nieuwe Pensioenwet bijvoorbeeld, die de Eerste Kamer op 30 mei aannam, is in zijn ogen een gemiste kans.

Maar daarover straks meer.

Gegijzeld door commerciële banken
Eerst de bancaire sector. Die gijzelt vijftien jaar na de economische crisis van 2008 nog steeds de Nederlandse en ook de internationale economie, zo schreef hij eind maart in NRC Handelsblad. Samen met mede-hoogleraren Arnoud Boot en Mark Sanders pleitte hij in dit opiniestuk voor de ‘digitale euro’, als een toevluchtsoord voor de Nederlandse spaarder. Die wordt dan minder afhankelijk van zijn deposito bij commerciële banken.

In het geval van die digitale euro kan elke burger een spaarrekening krijgen bij een centrale bank, bijvoorbeeld De Nederlandsche Bank. Het doel is een einde te maken aan het feit dat banken steeds nog too big to fail zijn en in geval van een dreigend faillissement door de staat gered zullen worden.

‘Dat stuk schreven we naar aanleiding van de actualiteit: wat er enkele maanden geleden met de Silicon Valley Bank is gebeurd en daarna met andere Californische banken, maar ook met Credit Suisse in Zwitserland en Deutsche Bank in Duitsland. Nu is dat weer even tot rust gekomen, maar specialisten zitten te wachten op een volgende periode van financiële stress en de volgende bank of grote verzekeraar die in de problemen komt. Dat komt doordat er weeffouten zitten in het mondiale financiële systeem, ook in Nederland. Als je wilt voorkomen dat private banken het publieke financiële systeem gijzelen, omdat ze de hele economie meesleuren als ze omvallen, dan moet je een publieke back-up voor het betalingssysteem hebben. Als die er is, ben je veel vrijer om private banken in een uiterste consequentie failliet te laten gaan. Het is gewoon gezond dat bedrijven failliet gaan die niet efficiënt functioneren of te veel risico genomen hebben.’

Verknooptheid financiële sector
Even terug in de recente geschiedenis: in 2007 ontstonden er flinke problemen op de Amerikaanse hypotheekmarkt, die er een jaar later voor zorgden dat grote Amerikaanse banken gered moesten worden. De verknooptheid van de financiële sector maakte daarna dat ook in Europa banken en masse omvielen en met grote sommen belastinggeld voor de afgrond werden weggehaald. Vanaf 2010 leidde dit tot de Europese schuldencrisis, toen Griekenland de facto failliet bleek te zijn. Veel Europese banken die in Griekenland leningen hadden uitstaan werden daarna voor de tweede keer in korte tijd gered dankzij Brusselse hulppakketten.

Sindsdien is er het één en ander gebeurd. De nieuwe Europese Bankenunie moet voorkomen dat landen opnieuw ten onder gaan door hun bancaire sector, zoals destijds gebeurde in landen als Griekenland, Spanje en Ierland. Ook hebben banken hogere buffers, alhoewel te klein in de ogen van mensen als Bezemer en zijn Tilburgse collegahoogleraar Harald Benink.

Nieuwe regels werken averechts
Tot slot zijn er voor de banken veel regels bijgekomen. Maar die werken juist averechts, vertelt Bezemer. ‘Doordat de regelgeving zo aangescherpt is, hebben de banken enorm veel compliance-mensen moeten aannemen, om alle risico’s te rapporteren. Alleen grote banken kunnen dat nog doen. Kleinere banken hebben daar gewoon de marge niet voor.’

Dus zijn banken nog altijd te omvangrijk, zegt hij. De problemen van begin dit jaar maken dat slechts erger. ‘De Zwitserse bank Credit Suisse is gered door UBS, een andere Zwitserse bank. Dat is samen nu een megabank; zou die omvallen, dan kan de Zwitserse overheid die niet meer redden.’

Overigens, dat banken ‘dichtgereguleerd’ zijn, zoals in het NRC-opiniestuk stond, heeft een tweede nadeel. ‘Dat zorgt ervoor dat banken nog maar weinig gezónd risico kunnen nemen. Het is hun taak ondernemers te helpen met het nemen van risico’s, maar dat wordt heel moeilijk als ze iedere lening op een zware manier moeten verantwoorden. Terwijl tegen de echt grote risico’s niet is opgetreden. Die zitten in het hele systeem: hoe groot laat je banken worden? Wat doe je met internationale kapitaalstromen?’

Grootste pensioenpot ter wereld
Tot slot Bezemers kijk op de nieuwe Pensioenwet. ‘Het momentum is niet gegrepen’, zegt hij. Vorig jaar was hij bij een hoorzitting in de Tweede Kamer en kon hij zijn visie delen met Kamerleden. Zijn fundamentele kritiek toen is niet gehoord. Nederland bezit met 1500 miljard euro de grootste pensioenpot ter wereld, benadrukt hij. Waarom moet die zo groot? Al dat geld wordt belegd in de financiële markten, die in zijn ogen toch al te sterk zijn opgeblazen. Bovendien: alleen al de maandelijkse premies zijn voldoende om maandelijks de pensioenbetalingen te kunnen doen.

Denk ook hieraan: in 2020 betaalden de pensioenfondsen negen miljard aan beleggingslasten, betaald aan uitvoerders als Vanguard en Blackrock. Ook besteedde pensioenfonds ABP in 2020 1,54 miljard euro aan bonussen. De uitvoering van de AOW is veel goedkoper, ongeveer honderd miljoen per jaar. Dat komt onder andere doordat dit geld niet belegd wordt.

Niet willen veranderen
Er is één aspect dat de beide besproken onderwerpen verenigt: het verzet van een bestaande orde. De pensioenfondsen hebben geen reden om het pensioenstelsel fundamenteel te veranderen. Evenzo hebben de banken geen prikkel om mee te werken aan een publieke back-up voor het betalingssysteem. Bezemer: ‘Het is ook niet de vraag of ze daaraan mee willen werken. Het is de vraag of de centrale bank dit wil, of niet.’

Zo pratend met de Groningse hoogleraar raakt hij aan de fundamenten van de huidige Nederlandse financiële sector, het overheidsbeleid en de algehele economie. Zijn kritiek is dus groot. Kritiek? Dat klinkt onvriendelijk. Hij verbetert dat snel: ‘Ik heb ideeën hoe het béter moet.’


LEESTIJD: 5 MINUTEN
Banken gijzelen nog steeds de economie
ONDERZOEK

TEKST JURGEN TIEKSTRA | FOTO’S REIJER BOXEM

FOTO: ANP / SEM VAN DER WAL

Dirk Bezemer (1971) studeerde in Wageningen, promoveerde in Amsterdam, werkte in Londen en is sinds 2016 in Groningen hoogleraar Economie van de Internationale Financiële Ontwikkeling. Drie jaar geleden vatte hij zijn onderzoek en ideeën samen in een publieksboek: Een land van kleine buffers. Hij is lid van het Sustainable Finance Lab, waarin academici debatteren over de financiële sector. Deze denktank zoekt ook het contact met het ministerie van Financiën, De Nederlandsche Bank, banken en pensioenfondsen. In De Groene Amsterdammer heeft hij een driewekelijkse column.

De Nederlandsche Bank, Amsterdam


‘Het is gewoon gezond dat
bedrijven failliet gaan die
niet efficiënt functioneren of te
veel risico genomen hebben.’

Op de vijfde verdieping van het Duisenberg-gebouw bevindt zich de werkkamer van Dirk Bezemer, de hoogleraar Economie van de Internationale Financiële Ontwikkeling die zijn thee niet haalt uit een automaat op de gang, maar altijd schenkt vanuit een mooi theepotje dat hij heeft staan in een boekenkast vol economische werken.

Terwijl hij zijn kopje vol schenkt, valt weer op wat Dirk Bezemer typeert als econoom: hoewel hij altijd vriendelijk blijft, is hij een aanhoudende en fundamentele criticus van de financiële sector, maar ook van het overheids-beleid. De net nieuwe Pensioenwet bijvoorbeeld, die de Eerste Kamer op 30 mei aannam, is in zijn ogen een gemiste kans.

Maar daarover straks meer.

Gegijzeld door commerciële banken
Eerst de bancaire sector. Die gijzelt vijftien jaar na de economische crisis van 2008 nog steeds de Nederlandse en ook de internationale economie, zo schreef hij eind maart in NRC Handelsblad. Samen met mede-hoogleraren Arnoud Boot en Mark Sanders pleitte hij in dit opiniestuk voor de ‘digitale euro’, als een toevluchtsoord voor de Nederlandse spaarder. Die wordt dan minder afhankelijk van zijn deposito bij commerciële banken.

In het geval van die digitale euro kan elke burger een spaarrekening krijgen bij een centrale bank, bijvoorbeeld De Nederlandsche Bank. Het doel is een einde te maken aan het feit dat banken steeds nog too big to fail zijn en in geval van een dreigend faillissement door de staat gered zullen worden.


‘Dat stuk schreven we naar aanleiding van de actualiteit: wat er enkele maanden geleden met de Silicon Valley Bank is gebeurd en daarna met andere Californische banken, maar ook met Credit Suisse in Zwitserland en Deutsche Bank in Duitsland. Nu is dat weer even tot rust gekomen, maar specialisten zitten te wachten op een volgende periode van financiële stress en de volgende bank of grote verzekeraar die in de problemen komt. Dat komt doordat er weeffouten zitten in het mondiale financiële systeem, ook in Nederland. Als je wilt voorkomen dat private banken het publieke financiële systeem gijzelen, omdat ze de hele economie meesleuren als ze omvallen, dan moet je een publieke back-up voor het betalingssysteem hebben. Als die er is, ben je veel vrijer om private banken in een uiterste consequentie failliet te laten gaan. Het is gewoon gezond dat bedrijven failliet gaan die niet efficiënt functioneren of te veel risico genomen hebben.’

Verknooptheid financiële sector
Even terug in de recente geschiedenis: in 2007 ontstonden er flinke problemen op de Amerikaanse hypotheekmarkt, die er een jaar later voor zorgden dat grote Amerikaanse banken gered moesten worden. De verknooptheid van de financiële sector maakte daarna dat ook in Europa banken en masse omvielen en met grote sommen belastinggeld voor de afgrond werden weggehaald. Vanaf 2010 leidde dit tot de Europese schuldencrisis, toen Griekenland de facto failliet bleek te zijn. Veel Europese banken die in Griekenland leningen hadden uitstaan werden daarna voor de tweede keer in korte tijd gered dankzij Brusselse hulppakketten.

Sindsdien is er het één en ander gebeurd. De nieuwe Europese Bankenunie moet voorkomen dat landen opnieuw ten onder gaan door hun bancaire sector, zoals destijds gebeurde in landen als Griekenland, Spanje en Ierland. Ook hebben banken hogere buffers, alhoewel te klein in de ogen van mensen als Bezemer en zijn Tilburgse collegahoogleraar Harald Benink.

Nieuwe regels werken averechts
Tot slot zijn er voor de banken veel regels bijgekomen. Maar die werken juist averechts, vertelt Bezemer. ‘Doordat de regelgeving zo aangescherpt is, hebben de banken enorm veel compliance-mensen moeten aannemen, om alle risico’s te rapporteren. Alleen grote banken kunnen dat nog doen. Kleinere banken hebben daar gewoon de marge niet voor.’

Dus zijn banken nog altijd te omvangrijk, zegt hij. De problemen van begin dit jaar maken dat slechts erger. ‘De Zwitserse bank Credit Suisse is gered door UBS, een andere Zwitserse bank. Dat is samen nu een megabank; zou die omvallen, dan kan de Zwitserse overheid die niet meer redden.’

Overigens, dat banken ‘dichtgereguleerd’ zijn, zoals in het NRC-opiniestuk stond, heeft een tweede nadeel. ‘Dat zorgt ervoor dat banken weinig gezónd risico nog kunnen nemen. Het is hun taak ondernemers te helpen met het nemen van risico’s, maar dat wordt heel moeilijk als ze iedere lening op een zware manier moeten verantwoorden. Terwijl tegen de echt grote risico’s niet is opgetreden. Die zitten in het hele systeem: hoe groot laat je banken worden? Wat doe je met internationale kapitaalstromen?’

Grootste pensioenpot ter wereld
Tot slot Bezemers kijk op de nieuwe Pensioenwet. ‘Het momentum is niet gegrepen’, zegt hij. Vorig jaar was hij bij een hoorzitting in de Tweede Kamer en kon hij zijn visie delen met Kamerleden. Zijn fundamentele kritiek toen is niet gehoord. Nederland bezit met 1500 miljard euro de grootste pensioenpot ter wereld, benadrukt hij. Waarom moet die zo groot? Al dat geld wordt belegd in de financiële markten, die in zijn ogen toch al te sterk zijn opgeblazen. Bovendien: alleen al de maandelijkse premies zijn voldoende om maandelijks de pensioenbetalingen te kunnen doen.

Denk ook hieraan: in 2020 betaalden de pensioenfondsen negen miljard aan beleggingslasten, betaald aan uitvoerders als Vanguard en Blackrock. Ook besteedde pensioenfonds ABP in 2020 1,54 miljard euro aan bonussen. De uitvoering van de AOW is veel goedkoper, ongeveer honderd miljoen per jaar. Dat komt onder andere doordat dit geld niet belegd wordt.

Niet willen veranderen
Er is één aspect dat de beide besproken onderwerpen verenigt: het verzet van een bestaande orde. De pensioenfondsen hebben geen reden om het pensioenstelsel fundamenteel te veranderen. Evenzo hebben de banken geen prikkel om mee te werken aan een publieke back-up voor het betalings-systeem. Bezemer: ‘Het is ook niet de vraag of ze daaraan mee willen werken. Het is de vraag of de centrale bank dit wil, of niet.’

Zo pratend met de Groningse hoogleraar raakt hij aan de fundamenten van de huidige Nederlandse financiële sector, het overheids-beleid en de algehele economie. Zijn kritiek is dus groot. Kritiek? Dat klinkt onvriendelijk. Hij verbetert dat snel: ‘Ik heb ideeën hoe het béter moet.’

Econoom Dirk Bezemer plaatst al jaren fundamentele kanttekeningen bij de omvang van de financiële sector
en het Nederlands overheidsbeleid. Nu pleit hij ervoor dat ook gewone mensen een bankrekening kunnen openen bij de centrale bank. Dan zijn banken hopelijk niet langer too big to fail.