FOTO: 123RF / MATIMIX

TEKST JURGEN TIEKSTRA | FOTO ????

Voormalig turnster Anne Benjaminse en basketballer Tom Bergkamp promoveerden
beiden aan de RUG als sportwetenschapper, Anne op preventie van ernstig knieletsel bij vrouwelijke
voetballers en Tom op het vroeg ontdekken van voetbaltalent.
De KNVB is blij met hun onderzoek.

ONDERZOEK
Voetbal een stapje
verder brengen

FOTO: 123RF / FOTOKOSTIC


LEESTIJD: 2x3 MINUTEN
Tom Bergkamp (1992) onderzocht de methodes om vroegtijdig voetbaltalent te ontdekken.
De denkfouten in de zoektocht naar
de nieuwe Messi


‘Voetbalscouts baseren beslissingen op onderbuikgevoelens’

Hij draagt dezelfde achternaam als een van Nederlands sierlijkste voetballers ooit, maar Tom Bergkamp prefereert een andere sport. Wanneer de sportwetenschapper ontwaakt, checkt hij ogenblikkelijk de nachtelijke uitslagen van de Amerikaanse basketbalcompetitie NBA.

‘Basketbal is nog steeds een grote hobby’, vertelt de alumnus, die ondanks die voorliefde met veel plezier werkt voor de nationale voetbalbond KNVB. ‘Bij talentherkenning spelen in beide sporten dezelfde problemen: het geboortejaar-effect, de invloed van vroege rijping, en menselijke denkfouten in de scouting.’

Geboortemaand
Voorafgaand aan zijn transfer naar Zeist onderzocht Bergkamp in Groningen de heilige graal van de voetbalwereld: hoe kunnen we voorspellen welk jongetje uitgroeit tot de nieuwe Messi, Haaland of De Bruyne? ‘Op de methodes om vroegtijdig voetbaltalent te ontdekken is genoeg af te dingen’, ontdekte Bergkamp. ‘Het voorspellend vermogen van geïsoleerde sprint-, dribbel- of cognitieve tests is gering. En ook de maand waarin een kind geboren is, kan ten onrechte erg nadelig of juist voordelig zijn voor iemands kansen in het selectieproces.’

Amateurvoetballers worden ingedeeld op basis van leeftijd, met 1 januari als belangrijke peildatum. ‘In het uiterste geval schelen twee spelers slechts één dag, met verjaardagen op 31 december en 1 januari, maar belanden ze in twee verschillende lichtingen. Spelers die vroeg in het jaar geboren worden, zijn dus relatief oud in hun lichting en hebben daardoor vaak een fysiek voordeel. Zij worden dan ook systematisch vaker uitverkoren voor een plek in jeugdselectieteams in het amateur- en betaald voetbal. Met het Jeugdplan Nederland van de KNVB bieden we nu extra kansen aan spelers en speelsters wier potentie door het geboortemaandeffect nog niet volledig tot wasdom komt.’

Onderbuikgevoelens
In de kern gaat zijn werk over het voorspellen van toekomstige prestaties, legt Bergkamp uit. Welke type informatie vormt het fundament voor goede beslissingen? ‘Talentherkenning is ontzettend lastig. Ook omdat ontwikkeling heel grillig verloopt, zeker mentaal.’ Hij verwijst naar de basketbalvedette van wie hij vroeger een poster boven zijn bed had hangen. ‘Michael Jordan droomde er op zijn zestiende van om profhonkballer te worden. Motivatie kan bij jonge sporters nog enorm veranderen.’

En dan is er nóg een complicerende factor. ‘Uit de selectiepsychologie weten we dat mensen heel slecht zijn in het kiezen van de beste kandidaat. We zijn geneigd om irrelevante informatie mee te wegen: uiterlijk, vooroordelen, geslacht, culturele achtergrond, of het al dan niet klikt. Ook voetbalscouts baseren beslissingen op onderbuikgevoelens, op intuïtie. Dat is het zogenoemde “oog van de meester”. Ik vroeg scouts voor mijn promotieonderzoek op welke leeftijd een talent betrouwbaar is in te schatten. Het bleek dat die leeftijd hoger lag dan de categorieën waar ze zelf naar kijken. Dat is opmerkelijk.’

Individuele prestaties
Het werpt de vraag op of voetbalclubs niet beter kunnen stoppen met scouten en selecteren van jeugdige voetballers. Zover wil Bergkamp niet gaan, hij vond immers ook aanwijzingen die in de toekomst mogelijk tot betere keuzes leiden. ‘Individuele prestaties in kleine partijtjes van 7 tegen 7 blijken een goede voorspeller voor prestaties in reguliere wedstrijden van 11 tegen 11 spelers. Wij lieten spelers in de categorie ‘onder 15 jaar’ in steeds wisselende teams tegen elkaar uitkomen. Die prestaties zeggen meer dan losstaande vaardigheden als dribbelen of sprinten.’

Bergkamp promoveerde september 2022 op zijn onderzoek. Nee, de heilige graal vond hij niet. Daarvoor is ook de toepasbaarheid van zijn bevindingen nog te arbeidsintensief. Hij leerde wel: hoe gestructureerder je scout en analyseert, hoe betrouwbaarder de uitkomsten. ‘Een ultieme test met accurate uitkomst is een utopie, maar we kunnen de voorspellingen zeker verbeteren.’

FOTO: WESTMANFOTOGRAFIE

TEKST RIEPKO BUIKEMA

Bewegingswetenschapper Anne Benjaminse (1981) wil kruisbandletsel bij voetbalsters voorkomen
Kwetsbare meidenknie schreeuwt om preventief onderhoud

‘Ik vind het belangrijk dat íedereen lang en met veel plezier
kan blijven sporten’

Eerst de aanloop, steeds sneller gaat ze. Daar is de springplank. Hup, de lucht in. Vluchtelementen, landing. Een sprong zoals ze die al honderden keren zonder problemen maakte. Nu gaat het mis. Anne Benjaminse hoort iets knappen. ‘De pijn in mijn knie herinner ik me, dik twintig jaar later, nog steeds.’

De toenmalige studente fysiotherapie is begin twintig als ze met turnen haar voorste kruisband scheurt. Op zo’n lullig moment aan het eind van de training. ‘Ik was vermoeid. En een beetje nonchalant misschien.’ In een klap is haar turncarrière voorbij. ‘Als klein meisje vond ik het leuk om te doen. Lekker met je hele lijf bezig zijn, oefeningen perfectioneren.’

Vrouwelijke voetbalknie
Onbewust vormt de blessure de opmaat voor haar huidige missie. Benjaminse schrijft een scriptie over kruisbandletsel aan de Hanzehogeschool, voltooit een master Sports Medicine aan de universiteit van Pittsburgh en promoveert in 2015 in Groningen bij de bewegingswetenschappers Bert Otten en Koen Lemmink. De voorste kruisband blijft haar leidraad, al verlegt ze haar aandacht naar een andere sport. Benjaminse werpt zich tegenwoordig op als hoedster van de vrouwelijke voetbalknie.


Dat is niet zonder reden. Volgens Edwin Goedhart, manager sportgeneeskunde van de nationale voetbalbond KNVB, wacht ons land door de groeiende groep voetballende pubermeiden een hausse aan kruisbandletsel. Meisjes hebben een vier tot acht keer hogere kans op kruisbandletsel dan jongens. En wie dat overkomt heeft dubbel pech: een op de vier vrouwen scheurt haar voorste kruisband opnieuw, vaak de andere kant.

Eisprong
Dat ligt deels aan de anatomie en daarnaast zijn de beenspieren van vrouwen van nature minder sterk dan van mannen. Voeg daarbij dat de hormonen rond de eisprong de vrouwelijke banden losser maken, schoeisel en trainingsvormen vaak gebaseerd zijn op het mannenlichaam en dat meiden wellicht anders omgaan met complexe situaties op het veld. ‘En bij pubermeiden speelt er veel. Het is de fase van eerste liefdesrelaties. Ze krijgen ineens lange stelten of hebben te maken met een vervelende wiskundeleraar en een onvoldoende op een toets. Dat beïnvloedt hoe je zaterdag op het veld staat.’

Het klinkt bijna als een oproep: vaders en moeders, houdt uw voetballende dochters binnen! Dat is allerminst wat Benjaminse beoogt. De assistant professor bij het UMCG ziet kansen om kruisbandblessures te voorkomen en wil trainers daarvan doordringen. ‘Coaches moeten meer oog krijgen voor preventie. Ze kunnen meer inzetten op brede motorische ontwikkeling, bijvoorbeeld door gevarieerde warming-ups. Daar ontbreekt het nu aan. Veel clubs doen ‘droge’ krachtoefeningen zoals planken en lunges. Die duren nogal eens te lang of zijn te saai, en doen geen recht aan wedstrijdsituaties. Bij preventie gaat het niet alleen om kracht, maar vooral om coördinatie. Om het herkennen van situaties en hoe je daarop anticipeert en reageert. Hoe ga je om met een aanval of schijnbeweging van de tegenstander? Wanneer ga je wel of niet het duel aan? Die koppeling in het brein tussen perceptie en actie krijgt bij preventie nog weinig tot geen aandacht.’

Juiste beweging inslijpen
In samenwerking met talentvolle speelsters van FC Groningen ontwikkelen Benjaminse en haar team preventie-oefeningen speciaal voor tienervoetbalsters. Daarbij is er extra aandacht voor de verdedigende acties, die vaak de oorzaak zijn van knieletsel. Een goed voorbeeld is de kwetsuur van international en topspits Vivianne Miedema (zie ook deze video). ‘Er is eigenlijk geen tegenstander direct in de buurt, ze maakt een hele grote uitstap, en - Benjaminse knipt met haar vingers - het is al mis.’

Met jonge voetbalsters oefent Benjaminse op het anticiperen en reageren op schijnbewegingen van tegenstanders. Dat doet ze tijdens aangepaste oefeningen die toch al op de training plaatsvinden. Het kost daardoor geen extra tijd. Daarbij gaat het niet alleen om de competitieve doelstelling (lukt het om de bal af te pakken) maar juist ook om de manier waarop een speelster beweegt. ‘Blijft haar knie goed genoeg boven de voet? Landt ze diep genoeg om haar gewicht op te vangen?’

Om de juiste beweging zo goed mogelijk in te slijpen, is het van belang dat trainers hun aanwijzingen zo beeldend mogelijk maken. ‘Vaak zijn we geneigd alles expliciet voor te schrijven: buig je knie, draai je romp. Maar de kern is om speelsters impliciet motorisch te laten leren. Bijvoorbeeld door te zeggen: doe alsof je op een stoel gaat zitten. Uit ons onderzoek blijkt dat voetbalsters de beweging dan steeds beter en onbewuster uitvoeren.’

Opleiding coaches
Door veel te oefenen in wedstrijdsituaties, met talrijke variaties, bouwen voetbalsters zo een arsenaal aan optimale bewegingen op. ‘Trainers hebben al veel aan hun hoofd, dat besef ik. Maar idealiter komen onze oefeningen in de opleiding van coaches terecht, in het reguliere programma of anders als een extra module in de bijscholing. Edwin Goedhart, de sportarts van de KNVB, staat daar helemaal achter.’

‘Ik voel een grote verantwoordelijkheid. Want meidenvoetbal groeit en preventie wordt op dit moment niet of nauwelijks gedaan of op een gedateerde manier. De jonge voetbalmeiden zijn een onderbelichte groep, in onderzoek is veel aandacht voor jongens en mannen, en voor volwassen. Ik vind het belangrijk dat íedereen lang en met veel plezier kan blijven sporten. Ook deze pubermeiden met hun kwetsbare knieën.’

FOTO: 123RF / MATIMIX


LEESTIJD: 2x3 MINUTEN

Voormalig turnster Anne Benjaminse en basketballer Tom Bergkamp promoveerden
beiden aan de RUG als sportwetenschapper, op verschillende aspecten van het voetbal.
De KNVB is blij met hun onderzoek.

Voetbal een stapje
verder brengen
ONDERZOEK


‘Voetbalscouts baseren beslissingen op onderbuikgevoelens’

Hij draagt dezelfde achternaam als een van Nederlands sierlijkste voetballers ooit, maar Tom Bergkamp prefereert een andere sport. Wanneer de sportwetenschapper ontwaakt, checkt hij ogenblikkelijk de nachtelijke uitslagen van de Amerikaanse basketbalcompetitie NBA.

‘Basketbal is nog steeds een grote hobby’, vertelt de alumnus, die ondanks die voorliefde met veel plezier werkt voor de nationale voetbalbond KNVB. ‘Bij talentherkenning spelen in beide sporten dezelfde problemen: het geboortejaar-effect, de invloed van vroege rijping, en menselijke denkfouten in de scouting.’

Geboortemaand
Voorafgaand aan zijn transfer naar Zeist onderzocht Bergkamp in Groningen de heilige graal van de voetbalwereld: hoe kunnen we voorspellen welk jongetje uitgroeit tot de nieuwe Messi, Haaland of De Bruyne? ‘Op de methodes om vroegtijdig voetbaltalent te ontdekken is genoeg af te dingen’, ontdekte Bergkamp. ‘Het voorspellend vermogen van geïsoleerde sprint-, dribbel- of cognitieve tests is gering. En ook de maand waarin een kind geboren is, kan ten onrechte erg nadelig of juist voordelig zijn voor iemands kansen in het selectieproces.’

Amateurvoetballers worden ingedeeld op basis van leeftijd, met 1 januari als belangrijke peildatum. ‘In het uiterste geval schelen twee spelers slechts één dag, met verjaardagen op 31 december en 1 januari, maar belanden ze in twee verschillende lichtingen. Spelers die vroeg in het jaar geboren worden, zijn dus relatief oud in hun lichting en hebben daardoor vaak een fysiek voordeel. Zij worden dan ook systematisch vaker uitverkoren voor een plek in jeugdselectieteams in het amateur- en betaald voetbal. Met het Jeugdplan Nederland van de KNVB bieden we nu extra kansen aan spelers en speelsters wier potentie door het geboortemaandeffect nog niet volledig tot wasdom komt.’

Onderbuikgevoelens
In de kern gaat zijn werk over het voorspellen van toekomstige prestaties, legt Bergkamp uit. Welke type informatie vormt het fundament voor goede beslissingen? ‘Talentherkenning is ontzettend lastig. Ook omdat ontwikkeling heel grillig verloopt, zeker mentaal.’ Hij verwijst naar de basketbalvedette van wie hij vroeger een poster boven zijn bed had hangen. ‘Michael Jordan droomde er op zijn zestiende van om profhonkballer te worden. Motivatie kan bij jonge sporters nog enorm veranderen.’

En dan is er nóg een complicerende factor. ‘Uit de selectiepsychologie weten we dat mensen heel slecht zijn in het kiezen van de beste kandidaat. We zijn geneigd om irrelevante informatie mee te wegen: uiterlijk, vooroordelen, geslacht, culturele achtergrond, of het al dan niet klikt. Ook voetbalscouts baseren beslissingen op onderbuikgevoelens, op intuïtie. Dat is het zogenoemde “oog van de meester”. Ik vroeg scouts voor mijn promotieonderzoek op welke leeftijd een talent betrouwbaar is in te schatten. Het bleek dat die leeftijd hoger lag dan de categorieën waar ze zelf naar kijken. Dat is opmerkelijk.’

Individuele prestaties
Het werpt de vraag op of voetbalclubs niet beter kunnen stoppen met scouten en selecteren van jeugdige voetballers. Zover wil Bergkamp niet gaan, hij vond immers ook aanwijzingen die in de toekomst mogelijk tot betere keuzes leiden. ‘Individuele prestaties in kleine partijtjes van 7 tegen 7 blijken een goede voorspeller voor prestaties in reguliere wedstrijden van 11 tegen 11 spelers. Wij lieten spelers in de categorie ‘onder 15 jaar’ in steeds wisselende teams tegen elkaar uitkomen. Die prestaties zeggen meer dan losstaande vaardigheden als dribbelen of sprinten.’

Bergkamp promoveerde september 2022 op zijn onderzoek. Nee, de heilige graal vond hij niet. Daarvoor is ook de toepasbaarheid van zijn bevindingen nog te arbeidsintensief. Hij leerde wel: hoe gestructureerder je scout en analyseert, hoe betrouwbaarder de uitkomsten. ‘Een ultieme test met accurate uitkomst is een utopie, maar we kunnen de voorspellingen zeker verbeteren.’

De denkfouten in de zoektocht naar de nieuwe Messi
Tom Bergkamp (1992) onderzocht de methodes om vroegtijdig voetbaltalent te ontdekken.

FOTO: 123RF / FOTOKOSTIC

TEKST RIEPKO BUIKEMA

‘Ik vind het belangrijk dat íedereen lang en met veel plezier kan blijven sporten’

Eerst de aanloop, steeds sneller gaat ze. Daar is de springplank. Hup, de lucht in. Vluchtelementen, landing. Een sprong zoals ze die al honderden keren zonder problemen maakte. Nu gaat het mis. Anne Benjaminse hoort iets knappen. ‘De pijn in mijn knie herinner ik me, dik twintig jaar later, nog steeds.’

De toenmalige studente fysiotherapie is begin twintig als ze met turnen haar voorste kruisband scheurt. Op zo’n lullig moment aan het eind van de training. ‘Ik was vermoeid. En een beetje nonchalant misschien.’ In een klap is haar turncarrière voorbij. ‘Als klein meisje vond ik het leuk om te doen. Lekker met je hele lijf bezig zijn, oefeningen perfectioneren.’

Vrouwelijke voetbalknie
Onbewust vormt de blessure de opmaat voor haar huidige missie. Benjaminse schrijft een scriptie over kruisbandletsel aan de Hanzehogeschool, voltooit een master Sports Medicine aan de universiteit van Pittsburgh en promoveert in 2015 in Groningen bij de bewegingswetenschappers Bert Otten en Koen Lemmink. De voorste kruisband blijft haar leidraad, al verlegt ze haar aandacht naar een andere sport. Benjaminse werpt zich tegenwoordig op als hoedster van de vrouwelijke voetbalknie.


Dat is niet zonder reden. Volgens Edwin Goedhart, manager sportgeneeskunde van de nationale voetbalbond KNVB, wacht ons land door de groeiende groep voetballende pubermeiden een hausse aan kruisbandletsel. Meisjes hebben een vier tot acht keer hogere kans op kruisbandletsel dan jongens. En wie dat overkomt heeft dubbel pech: een op de vier vrouwen scheurt haar voorste kruisband opnieuw, vaak de andere kant.

Eisprong
Dat ligt deels aan de anatomie en daarnaast zijn de beenspieren van vrouwen van nature minder sterk dan van mannen. Voeg daarbij dat de hormonen rond de eisprong de vrouwelijke banden losser maken, schoeisel en trainingsvormen vaak gebaseerd zijn op het mannenlichaam en dat meiden wellicht anders omgaan met complexe situaties op het veld. ‘En bij pubermeiden speelt er veel. Het is de fase van eerste liefdesrelaties. Ze krijgen ineens lange stelten of hebben te maken met een vervelende wiskundeleraar en een onvoldoende op een toets. Dat beïnvloedt hoe je zaterdag op het veld staat.’

Het klinkt bijna als een oproep: vaders en moeders, houdt uw voetballende dochters binnen! Dat is allerminst wat Benjaminse beoogt. De assistant professor bij het UMCG ziet kansen om kruisbandblessures te voorkomen en wil trainers daarvan doordringen. ‘Coaches moeten meer oog krijgen voor preventie. Ze kunnen meer inzetten op brede motorische ontwikkeling, bijvoorbeeld door gevarieerde warming-ups. Daar ontbreekt het nu aan. Veel clubs doen ‘droge’ krachtoefeningen zoals planken en lunges. Die duren nogal eens te lang of zijn te saai, en doen geen recht aan wedstrijdsituaties. Bij preventie gaat het niet alleen om kracht, maar vooral om coördinatie. Om het herkennen van situaties en hoe je daarop anticipeert en reageert. Hoe ga je om met een aanval of schijnbeweging van de tegenstander? Wanneer ga je wel of niet het duel aan? Die koppeling in het brein tussen perceptie en actie krijgt bij preventie nog weinig tot geen aandacht.’

Juiste beweging inslijpen
In samenwerking met talentvolle speelsters van FC Groningen ontwikkelen Benjaminse en haar team preventie-oefeningen speciaal voor tienervoetbalsters. Daarbij is er extra aandacht voor de verdedigende acties, die vaak de oorzaak zijn van knieletsel. Een goed voorbeeld is de kwetsuur van international en topspits Vivianne Miedema (zie ook deze video). ‘Er is eigenlijk geen tegenstander direct in de buurt, ze maakt een hele grote uitstap, en - Benjaminse knipt met haar vingers - het is al mis.’

Met jonge voetbalsters oefent Benjaminse op het anticiperen en reageren op schijnbewegingen van tegenstanders. Dat doet ze tijdens aangepaste oefeningen die toch al op de training plaatsvinden. Het kost daardoor geen extra tijd. Daarbij gaat het niet alleen om de competitieve doelstelling (lukt het om de bal af te pakken) maar juist ook om de manier waarop een speelster beweegt. ‘Blijft haar knie goed genoeg boven de voet? Landt ze diep genoeg om haar gewicht op te vangen?’

Om de juiste beweging zo goed mogelijk in te slijpen, is het van belang dat trainers hun aanwijzingen zo beeldend mogelijk maken. ‘Vaak zijn we geneigd alles expliciet voor te schrijven: buig je knie, draai je romp. Maar de kern is om speelsters impliciet motorisch te laten leren. Bijvoorbeeld door te zeggen: doe alsof je op een stoel gaat zitten. Uit ons onderzoek blijkt dat voetbalsters de beweging dan steeds beter en onbewuster uitvoeren.’

Opleiding coaches
Door veel te oefenen in wedstrijdsituaties, met talrijke variaties, bouwen voetbalsters zo een arsenaal aan optimale bewegingen op. ‘Trainers hebben al veel aan hun hoofd, dat besef ik. Maar idealiter komen onze oefeningen in de opleiding van coaches terecht, in het reguliere programma of anders als een extra module in de bijscholing. Edwin Goedhart, de sportarts van de KNVB, staat daar helemaal achter.’

‘Ik voel een grote verantwoordelijkheid. Want meidenvoetbal groeit en preventie wordt op dit moment niet of nauwelijks gedaan of op een gedateerde manier. De jonge voetbalmeiden zijn een onderbelichte groep, in onderzoek is veel aandacht voor jongens en mannen, en voor volwassen. Ik vind het belangrijk dat íedereen lang en met veel plezier kan blijven sporten. Ook deze pubermeiden met hun kwetsbare knieën.’

Bewegingswetenschapper Anne Benjaminse (1981) wil kruisbandletsel bij voetbalsters voorkomen
Kwetsbare meidenknie schreeuwt om preventief onderhoud

FOTO: WESTMANFOTOGRAFIE