LEESTIJD: 7 MINUTEN

Een spannende wetenschapsroman, een echte waddenthriller, twee biografieën van illustere alumni en een liefdesroman met autobiografische trekjes. Uit de vele boeken die alumni de laatste tijd publiceerden, deden we een greep voor de vakantie. En Dorien Vrieling vroeg de vijf auteurs naar de achtergrond van hun boek. Voor meer tips: zie de rubriek Alumnus schrijft boek op pagina 22.

Vijf boeken voor de zomer

FOTO: IMKE PANHUIJZEN

FOTO: ELLY WYNIA

FOTO: PETER ARNO BROER

TEKST DORIEN VRIELING

Het perspectief van een ongeboren kind

Nhung Dam (1984)
psychologie 2007
Definitie van liefde
www.debezigebij.nl
€ 22,99
E-boek € 13,99
luisterboek € 9,99

Een baby in de buik kan nog niet praten, maar in de liefdesroman Definitie van liefde van Nhung Dam heeft ze toch al een stem. Het verhaal volgt soms het perspectief van hoofdpersoon Rose, een actrice van in de dertig die in New Orleans woont, en dan weer dat van het jonge leven dat in haar groeit.

Er gebeurt een hoop in het leven van Rose. Ze is opgegroeid als kind van Vietnamese vluchtelingen, die het ieder op hun eigen manier te druk hebben om er echt voor hun dochter te zijn. In haar volwassen leven probeert ze het te maken op het toneel én wil ze schrijfster worden, waarbij regisseurs en uitgevers haar in de weg zitten. Daarnaast droomt ze van een kind, maar zodra ze zwanger raakt, verlaat haar verloofde haar.

Al die zwaarte wordt een beetje gecompenseerd door het perspectief van de nakomeling die onderweg is. Dat is bewust, zegt Dam: 'Ik wilde voorkomen dat het sentimenteel zou worden. Je leest niet alleen hoe Rose zich voelt, je ziet haar ook door de ogen van haar dochter. Zij voegt iets lichts toe. Ze verwondert zich over dingen die wij heel gewoon vinden: dat er vier seizoenen zijn, dat er soms regen uit de hemel komt vallen, dat mensen eindeloos over zichzelf kunnen praten.’

Dam wil in haar boek, dat onder meer draait om thema’s als identiteit en kansenongelijkheid, verschillende perspectieven op moederschap laten zien. Ze pakte het schrijven naar eigen zeggen ‘vrij journalistiek aan’: ze interviewde vrouwen met verschillende verhalen over moederschap. Vrouwen die moeder waren geworden van een gezond kind, vrouwen die miskramen hadden gehad, of van wie het kindje levenloos ter leven was gekomen. ‘Wat me opviel was dat die vrouwen vaak zeiden: een kind in de buik is al zo wezenlijk! Ze voelden zich al moeder ver voordat het kind geboren werd. Dat gegeven wilde ik in het boek verwerken.’

Nhung Dam speelt vanaf februari 2024 de voorstelling ‘Nhung geeft zich bloot’, over kruispunten in een mensenleven. De speellijst is hier te vinden: https://www.nhungdam.com/nhungdamagenda/

De speelse kant van W.F. Hermans

Hans Renders (1957)
hoogleraar Geschiedenis en theorie van de biografie en directeur Biografie Instituut aan de RUG, met Max Pam en Piet Screuders
Het universum van Willem Frederik Hermans
www.deharmonie.nl
€ 49,50

De knorrige geïnterviewde, de rancuneuze vriend, en vooral de vlijmscherpe polemist. In die hoedanigheden kennen we W.F. Hermans, en er zijn boeken over volgeschreven. Maar de schrijver en hoogleraar fysische geografie aan de RUG had ook een andere kant, weten Max Pam, Hans Renders en Piet Schreuders. Een vrolijke, verlegen, zachte kant. Daar gaat Het universum van Willem Frederik Hermans over. 

Het moest geen biografie worden, vertelt Renders, ‘we hoefden niet iets uit te pluizen’. In principe mocht alles in het boek, als het maar nieuw was en een ander perspectief op de schrijver bood. Tweeënhalf jaar lang doken de drie iedere maandag het Literatuurmuseum in, waar het archief van Hermans ligt opgeslagen.

Een van de vele vondsten waar Renders blij mee was, is de correspondentie tussen de schrijver en de Amsterdamse gymnasiast Bart. De brieven zijn exemplarisch voor Hermans’ omgang met de jeugd, zegt Renders. ‘Als kinderen hem een brief schreven, kregen ze bijna altijd antwoord. En Bart werd zelfs zowat door hem geadopteerd.’ Hermans nodigde de jongen, die hem wilde interviewen voor de schoolkrant, uit in Parijs, en ze hielden tot de dood van de schrijver contact. ‘Die kant van zichzelf wilde hij beslist niet aan de rest van de wereld laten zien. Hij zei tegen Bart: ‘Als iemand je naar mij vraagt, nooit iets vertellen.’

Renders en zijn co-auteurs zijn alle drie Hermans-kenner en -liefhebber, en al geruime tijd: achter in het boek staan foto’s met elk van de auteurs in aanwezigheid van de schrijver. Maar noem ze geen hermansianen. ‘Dat zijn net francofielen. Ik hou erg van Frankrijk, maar als ik in de buurt ben van een francofiel, zeg ik dat ik nog nooit in dat land geweest ben. Het zijn mensen die alles verheerlijken. Een hermansiaan vindt een stuk kauwgum van Hermans op straat en raapt het op.’

Worstelen met homoseksualiteit

Gerben Wynia (1958)
Nederlands 1983, promotie 2022
Aan rozen denk ik in de winter –
C.O. Jellema, 1936-2003
www.singeluitgeverijen.nl
€ 45.–

Hij wordt verliefd op jongens, niet op meisjes. Dat weet Cor Jellema al jong. Maar hij groeit op in de jaren veertig en vijftig, zijn moeder is ervan overtuigd dat ‘het wel overgaat’. Ze blijft maar vragen: is er al een meisje? Komt er een huwelijk? Dus probeert Jellema het af en toe een tijdje met een vrouw, terwijl hij heimelijk verliefd is op een man – zodat alle partijen ongelukkig zijn. ‘Ik vond het af en toe ontluisterend,’ zegt biograaf Gerben Wynia. ‘Zo’n moeilijk leven.’

Wynia leerde de Groninger dichter C.O. Jellema kennen in de jaren tachtig, toen hij zelf student Nederlands was en Jellema aan de RUG was verbonden als universitair docent Duits. Ze raakten bevriend, en jaren later vroeg Jellema hem om zijn literair erfgenaam te worden. ‘Cor bewaarde alles, hij wilde graag dat iemand voor zijn nalatenschap zou zorgen.’ Na Jellema’s overlijden schreef Wynia, toen nog leraar Nederlands, regelmatig over het werk van de dichter. Het idee van een biografie kreeg vorm toen Wynia hoorde over de mogelijkheid om als docent via de NWO een promotiebeurs aan te vragen.

Niet iedere biograaf heeft zijn subject zo goed gekend als Wynia. Sommige mensen vinden dat je als vriend onvoldoende afstand hebt van je onderwerp. ‘Ik geloof daar niet zo in. Volgens mij is het juist een verrijking dat ik weet hoe hij sprak, hoe hij zich gedroeg. En toen ik vorig jaar aan de RUG promoveerde op de biografie, was Cor al 20 jaar overleden. De afstand in tijd was groot genoeg.’

Wynia’s persoonlijke band met Jellema weerhield hem er dan ook niet van om in te zoomen op de worsteling van de dichter met zijn homoseksualiteit – een van de belangrijkste thema’s in de biografie. Het is een verdrietig, maar uiteindelijk hoopgevend verhaal. Jellema’s geaardheid is steeds minder een obstakel, hij zet zich zelfs in voor het COC. Zijn laatste jaren brengt hij door met partner Klaas Noordhuis, op landgoed Oosterhouw in Leens. ‘Hij trok zich terug op het land waar hij als jongen al gelukkig was.’ 

Een misdaad van heel gewone mensen

Mathijs Deen (1962)
Nederlands 1988
De Duiker
www.alfabetuitgevers.nl
€ 20,99
E-boek € 9,99
luisterboek € 14,99

Of hij geen zin had om een krimi te schrijven, vroeg de Duitse uitgever van Mathijs Deen hem een paar jaar geleden. Eentje die zich afspeelde op de Wadden – hij had immers al een boek over het gebied geschreven (De wadden – een geschiedenis). En leenden de eilanden zich niet uitstekend voor een spannend boek?  

Deen had er nog nooit over nagedacht, een thriller schrijven, maar nam de uitdaging aan. De uitgever bood hem meteen een contract voor meerdere boeken, maar die gedachte benauwde hem wat. Hij schreef de helft van De Hollander, dan moesten ze bij de uitgeverij maar kijken of het wat was. De uitgever was blij, Deen maakte boek één af, en dit voorjaar verscheen opvolger De duiker. Het derde deel staat gepland voor volgend jaar, daarna volgt nog een vierde en laatste.

Hoe hij het genre van de krimi veroverde? ‘Je kunt beter vragen: hoe veroverde het mij? Er zijn een paar dingen die vaststaan als je een thriller gaat schrijven. Je weet: er moet een misdaad zijn, een centrale figuur die op onderzoek uitgaat, een afronding van die zoektocht. Maar binnen dat kader kun je gewoon een roman schrijven. Ik schrijf telkens een boek zoals ik dat nou eenmaal doe.’

En inderdaad, valt je op als lezer: Deen laat zich weinig gelegen liggen aan genre-conventies. De hoofdstukken eindigen niet met vette cliffhangers, er komt nauwelijks bloed aan te pas. ‘Van die plastische scènes, nee – ik heb geen idee waar ik ze vandaan zou moeten halen.’ In zijn boeken ook geen stevig aangezette slechteriken. ‘Het gaat me om de menselijke verhalen. Ik wil gewone levens uitdiepen. De misdaad dient als een katalysator van de werkelijkheid.’

Een DNA-onderzoeker die ‘een beetje een nerd’ is

Geert Blijham (1946)
geneeskunde 1971, promotie 1975
Geheime genen
www.leporello.nl
€ 20,–

Als student in de jaren ’60 was Geert Blijham ervan overtuigd: je wordt wie je bent door opvoeding. ‘De mens is maakbaar. Zo zagen de meeste van mijn generatiegenoten het ook.’ In de zestig jaar die volgden veranderde hij van mening. Misschien kwam het door al zijn ontmoetingen met patiënten – Blijham was jarenlang hoogleraar oncologie in Maastricht en Utrecht – of door het menselijk gedrag dat hij observeerde als bestuursvoorzitter van diezelfde universiteit, hij weet het niet. ‘Maar het viel me steeds meer op hoe voorspelbaar mensen vaak handelen.’

In zijn eerste roman, Geheime genen, draait het om dat aloude vraagstuk van nature of nurture. De gedreven DNA-onderzoeker Richard zet in China een gigantisch onderzoek op naar de vraag hoeveel van het menselijk gedrag vastligt in zijn genen. De uitkomsten van zijn onderzoek kunnen goud waard zijn, voor goed- en vooral kwaadwillenden. ‘Ik ben altijd gefascineerd geweest door de spanning tussen kennis en macht. Het onderzoek in mijn boek is niet helemaal fictioneel: China houdt zich hier allang mee bezig.’

Blijham baseerde Richard deels op zichzelf, maar vooral op wetenschappers die hij de afgelopen decennia leerde kennen. ‘Ik was ook ambitieus, maar ik miste de monomanie om écht een toponderzoeker te worden. Richard is een beetje een nerd, ikzelf vond behalve de wetenschap ook veel andere dingen leuk.’ Schrijven, bijvoorbeeld. Van fictie kwam het pas toen Blijham met emeritaat ging, maar het blijft niet bij één roman. In zijn tweede richt hij zich op de vraag hoe creatief een machine kan zijn. ‘We kunnen machines ontzettend veel leren, kijk maar naar AI. Maar kan een machine ook creatief zijn als een mens? Elke avond dezelfde partituur nét iets anders spelen, zoals Janine Jansen dat doet? Of bij elke patiënt het net iets anders doen, zoals een goede dokter doet?’


LEESTIJD: 7 MINUTEN

Een spannende wetenschapsroman, een echte waddenthriller, twee biografieën van illustere alumni en een liefdesroman met autobiografische trekjes. Uit de vele boeken die alumni de laatste tijd publiceerden, deden we een greep voor de vakantie. En Dorien Vrieling vroeg de vijf auteurs naar de achtergrond van hun boek. Voor meer tips: zie de rubriek Alumnus schrijft boek op pagina 22.

Vijf boeken voor de zomer

FOTO: IMKE PANHUIJZEN

FOTO: ELLY WYNIA

FOTO: PETER ARNO BROER

Nhung Dam (1984)
psychologie 2007
Definitie van liefde
www.debezigebij.nl
€ 22,99
E-boek € 13,99
luisterboek € 9,99

Een baby in de buik kan nog niet praten, maar in de liefdesroman Definitie van liefde van Nhung Dam heeft ze toch al een stem. Het verhaal volgt soms het perspectief van hoofdpersoon Rose, een actrice van in de dertig die in New Orleans woont, en dan weer dat van het jonge leven dat in haar groeit.

Er gebeurt een hoop in het leven van Rose. Ze is opgegroeid als kind van Vietnamese vluchtelingen, die het ieder op hun eigen manier te druk hebben om er echt voor hun dochter te zijn. In haar volwassen leven probeert ze het te maken op het toneel én wil ze schrijfster worden, waarbij regisseurs en uitgevers haar in de weg zitten. Daarnaast droomt ze van een kind, maar zodra ze zwanger raakt, verlaat haar verloofde haar.

Al die zwaarte wordt een beetje gecompenseerd door het perspectief van de nakomeling die onderweg is. Dat is bewust, zegt Dam: 'Ik wilde voorkomen dat het sentimenteel zou worden. Je leest niet alleen hoe Rose zich voelt, je ziet haar ook door de ogen van haar dochter. Zij voegt iets lichts toe. Ze verwondert zich over dingen die wij heel gewoon vinden: dat er vier seizoenen zijn, dat er soms regen uit de hemel komt vallen, dat mensen eindeloos over zichzelf kunnen praten.’

Dam wil in haar boek, dat onder meer draait om thema’s als identiteit en kansenongelijkheid, verschillende perspectieven op moederschap laten zien. Ze pakte het schrijven naar eigen zeggen ‘vrij journalistiek aan’: ze interviewde vrouwen met verschillende verhalen over moederschap. Vrouwen die moeder waren geworden van een gezond kind, vrouwen die miskramen hadden gehad, of van wie het kindje levenloos ter leven was gekomen. ‘Wat me opviel was dat die vrouwen vaak zeiden: een kind in de buik is al zo wezenlijk! Ze voelden zich al moeder ver voordat het kind geboren werd. Dat gegeven wilde ik in het boek verwerken.’

Nhung Dam speelt vanaf februari 2024 de voorstelling ‘Nhung geeft zich bloot’, over kruispunten in een mensenleven. De speellijst is hier te vinden: https://www.nhungdam.com/nhungdamagenda/

Het perspectief van een ongeboren kind

Hans Renders (1957)
hoogleraar Geschiedenis en theorie van de biografie en directeur Biografie Instituut aan de RUG, met Max Pam en Piet Screuders
Het universum van Willem Frederik Hermans
www.deharmonie.nl
€ 49,50

De knorrige geïnterviewde, de rancuneuze vriend, en vooral de vlijmscherpe polemist. In die hoedanigheden kennen we W.F. Hermans, en er zijn boeken over volgeschreven. Maar de schrijver en hoogleraar fysische geografie aan de RUG had ook een andere kant, weten Max Pam, Hans Renders en Piet Schreuders. Een vrolijke, verlegen, zachte kant. Daar gaat Het universum van Willem Frederik Hermans over. 

Het moest geen biografie worden, vertelt Renders, ‘we hoefden niet iets uit te pluizen’. In principe mocht alles in het boek, als het maar nieuw was en een ander perspectief op de schrijver bood. Tweeënhalf jaar lang doken de drie iedere maandag het Literatuurmuseum in, waar het archief van Hermans ligt opgeslagen.

Een van de vele vondsten waar Renders blij mee was, is de correspondentie tussen de schrijver en de Amsterdamse gymnasiast Bart. De brieven zijn exemplarisch voor Hermans’ omgang met de jeugd, zegt Renders. ‘Als kinderen hem een brief schreven, kregen ze bijna altijd antwoord. En Bart werd zelfs zowat door hem geadopteerd.’ Hermans nodigde de jongen, die hem wilde interviewen voor de schoolkrant, uit in Parijs, en ze hielden tot de dood van de schrijver contact. ‘Die kant van zichzelf wilde hij beslist niet aan de rest van de wereld laten zien. Hij zei tegen Bart: ‘Als iemand je naar mij vraagt, nooit iets vertellen.’

Renders en zijn co-auteurs zijn alle drie Hermans-kenner en -liefhebber, en al geruime tijd: achter in het boek staan foto’s met elk van de auteurs in aanwezigheid van de schrijver. Maar noem ze geen hermansianen. ‘Dat zijn net francofielen. Ik hou erg van Frankrijk, maar als ik in de buurt ben van een francofiel, zeg ik dat ik nog nooit in dat land geweest ben. Het zijn mensen die alles verheerlijken. Een hermansiaan vindt een stuk kauwgum van Hermans op straat en raapt het op.’

De speelse kant van
W.F. Hermans

Gerben Wynia (1958)
Nederlands 1983, promotie 2022
Aan rozen denk ik in de winter – C.O. Jellema, 1936-2003
www.singeluitgeverijen.nl
€ 45.–

Hij wordt verliefd op jongens, niet op meisjes. Dat weet Cor Jellema al jong. Maar hij groeit op in de jaren veertig en vijftig, zijn moeder is ervan overtuigd dat ‘het wel overgaat’. Ze blijft maar vragen: is er al een meisje? Komt er een huwelijk? Dus probeert Jellema het af en toe een tijdje met een vrouw, terwijl hij heimelijk verliefd is op een man – zodat alle partijen ongelukkig zijn. ‘Ik vond het af en toe ontluisterend,’ zegt biograaf Gerben Wynia. ‘Zo’n moeilijk leven.’

Wynia leerde de Groninger dichter C.O. Jellema kennen in de jaren tachtig, toen hij zelf student Nederlands was en Jellema aan de RUG was verbonden als universitair docent Duits. Ze raakten bevriend, en jaren later vroeg Jellema hem om zijn literair erfgenaam te worden. ‘Cor bewaarde alles, hij wilde graag dat iemand voor zijn nalatenschap zou zorgen.’ Na Jellema’s overlijden schreef Wynia, toen nog leraar Nederlands, regelmatig over het werk van de dichter. Het idee van een biografie kreeg vorm toen Wynia hoorde over de mogelijkheid om als docent via de NWO een promotiebeurs aan te vragen.

Niet iedere biograaf heeft zijn subject zo goed gekend als Wynia. Sommige mensen vinden dat je als vriend onvoldoende afstand hebt van je onderwerp. ‘Ik geloof daar niet zo in. Volgens mij is het juist een verrijking dat ik weet hoe hij sprak, hoe hij zich gedroeg. En toen ik vorig jaar aan de RUG promoveerde op de biografie, was Cor al 20 jaar overleden. De afstand in tijd was groot genoeg.’

Wynia’s persoonlijke band met Jellema weerhield hem er dan ook niet van om in te zoomen op de worsteling van de dichter met zijn homoseksualiteit – een van de belangrijkste thema’s in de biografie. Het is een verdrietig, maar uiteindelijk hoopgevend verhaal. Jellema’s geaardheid is steeds minder een obstakel, hij zet zich zelfs in voor het COC. Zijn laatste jaren brengt hij door met partner Klaas Noordhuis, op landgoed Oosterhouw in Leens. ‘Hij trok zich terug op het land waar hij als jongen al gelukkig was.’

Worstelen met homoseksualiteit
Een misdaad van heel gewone mensen

Mathijs Deen (1962)
Nederlands 1988
De Duiker
www.alfabetuitgevers.nl
€ 20,99
E-boek € 9,99
luisterboek € 14,99

Of hij geen zin had om een krimi te schrijven, vroeg de Duitse uitgever van Mathijs Deen hem een paar jaar geleden. Eentje die zich afspeelde op de Wadden – hij had immers al een boek over het gebied geschreven (De wadden – een geschiedenis). En leenden de eilanden zich niet uitstekend voor een spannend boek?  

Deen had er nog nooit over nagedacht, een thriller schrijven, maar nam de uitdaging aan. De uitgever bood hem meteen een contract voor meerdere boeken, maar die gedachte benauwde hem wat. Hij schreef de helft van De Hollander, dan moesten ze bij de uitgeverij maar kijken of het wat was. De uitgever was blij, Deen maakte boek één af, en dit voorjaar verscheen opvolger De duiker. Het derde deel staat gepland voor volgend jaar, daarna volgt nog een vierde en laatste.

Hoe hij het genre van de krimi veroverde? ‘Je kunt beter vragen: hoe veroverde het mij? Er zijn een paar dingen die vaststaan als je een thriller gaat schrijven. Je weet: er moet een misdaad zijn, een centrale figuur die op onderzoek uitgaat, een afronding van die zoektocht. Maar binnen dat kader kun je gewoon een roman schrijven. Ik schrijf telkens een boek zoals ik dat nou eenmaal doe.’

En inderdaad, valt je op als lezer: Deen laat zich weinig gelegen liggen aan genre-conventies. De hoofdstukken eindigen niet met vette cliffhangers, er komt nauwelijks bloed aan te pas. ‘Van die plastische scènes, nee – ik heb geen idee waar ik ze vandaan zou moeten halen.’ In zijn boeken ook geen stevig aangezette slechteriken. ‘Het gaat me om de menselijke verhalen. Ik wil gewone levens uitdiepen. De misdaad dient als een katalysator van de werkelijkheid.’

Een DNA-onderzoeker die ‘een beetje een nerd’ is

Geert Blijham (1946)
geneeskunde 1971,
promotie 1975
Geheime genen
www.leporello.nl
€ 20,–

Als student in de jaren ’60 was Geert Blijham ervan overtuigd: je wordt wie je bent door opvoeding. ‘De mens is maakbaar. Zo zagen de meeste van mijn generatiegenoten het ook.’ In de zestig jaar die volgden veranderde hij van mening. Misschien kwam het door al zijn ontmoetingen met patiënten – Blijham was jarenlang hoogleraar oncologie in Maastricht en Utrecht – of door het menselijk gedrag dat hij observeerde als bestuursvoorzitter van diezelfde universiteit, hij weet het niet. ‘Maar het viel me steeds meer op hoe voorspelbaar mensen vaak handelen.’

In zijn eerste roman, Geheime genen, draait het om dat aloude vraagstuk van nature of nurture. De gedreven DNA-onderzoeker Richard zet in China een gigantisch onderzoek op naar de vraag hoeveel van het menselijk gedrag vastligt in zijn genen. De uitkomsten van zijn onderzoek kunnen goud waard zijn, voor goed- en vooral kwaadwillenden. ‘Ik ben altijd gefascineerd geweest door de spanning tussen kennis en macht. Het onderzoek in mijn boek is niet helemaal fictioneel: China houdt zich hier allang mee bezig.’

Blijham baseerde Richard deels op zichzelf, maar vooral op wetenschappers die hij de afgelopen decennia leerde kennen. ‘Ik was ook ambitieus, maar ik miste de monomanie om écht een toponderzoeker te worden. Richard is een beetje een nerd, ikzelf vond behalve de wetenschap ook veel andere dingen leuk.’ Schrijven, bijvoorbeeld. Van fictie kwam het pas toen Blijham met emeritaat ging, maar het blijft niet bij één roman. In zijn tweede richt hij zich op de vraag hoe creatief een machine kan zijn. ‘We kunnen machines ontzettend veel leren, kijk maar naar AI. Maar kan een machine ook creatief zijn als een mens? Elke avond dezelfde partituur nét iets anders spelen, zoals Janine Jansen dat doet? Of bij elke patiënt het net iets anders doen, zoals een goede dokter doet?’